Op zo’n 68 kilometer van de streep smakte een groep van tien renners tegen het asfalt. In de aanloop naar de Kanarieberg kwamen met hoge snelheid o.a. Wout van Aert, Mads Pedersen, Biniam Girmay en Jasper Stuyven ten val. Ze stapten bijna allemaal met de nodige kwetsuren uit de wedstrijd. Ze maakten deel uit van het peloton, dat in achtervolging was op de elf vroegere vluchters met daarbij Pascal Eenkhoorn, Casper Pedersen, Dries de Bondt en ook Mikes ploeggenoot Dries de Pooter.
Na valpartij versnelt Jorgenson
Vier kilometer na de val maakte Tiesj Benoot, Matteo Jorgenson, Alberto Bettiol, Michael Valgren, Stefan Küng en Joshua Tarling zich los en sloten veertig kilometer voor de meet (op de Ladeuze) aan bij het restant van de kopgroep. Het peloton met Mike was bijna 25 renners groot, maar zaten al snel op meer dan een minuut van de kopgroep. Zij zouden geen rol van betekenis meer spelen voor een topklassering.
Die strijd zou zich afspelen met zes renners: Benoot, Jorgenson, Küng, Abrahamsen, de Bondt en Tarling. De beslissende aanval kwam op zeven kilometer van de finish: Matteo Jorgenson koos het juiste moment, terwijl de rest naar elkaar bleef kijken. Binnen no time had hij 15 seconden voorsprong en de Amerikaan, winnaar van Parijs-Nice, viel niet meer stil. Hij won en kreeg Abrahamsen en Küng mee op het podium. Mike sprintte in het peloton naar een negentiende plaats.