1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6

Na de criteriums was het tijd voor grotere/langere etappe koersen. Beginnend in Noorwegen met de Tour des Fjords (2.1). In deze driedaagse koers reden ook grote ploegen als Katusha en Belkin. In de eerste rit reden we 205 km, in de stromende regen.

De grote ploegen controleerden en het leek dan ook dat we op een massasprint afgingen. Op het eind reden Chernetskiy en Nordhaug weg en aangezien de 2 grote ploegen wegwaren, werd het toch nog gevaarlijk. Op een heuveltje sprong ik erachteraan en sloot ik samen met Zico Waeytens aan. De controle in het peloton was weg en ineens zat ik in volle finale mee met een gevaarlijke ontsnapping. Chernetskiy reed niet mee, en met z’n drieën liepen we uit naar 45 sec. In volle finale demarreerde Nordhaug toen ik net van kop kwam en Chernetskiy kon nog aansluiten. Op de een of andere manier bleef Nordhaug maar doorrijden en toen wij bijna aansloten reed Chernetskiy weg. Wij haalden Nordhaug bij en in de sprint kon ik de 2 redelijk eenvoudig kloppen, ik werd dus 2e, geklopt door een Rus die niet op kop is gekomen.

In de volgende ochtendrit controleerden Katusha en werd het een massasprint die werd gewonnen door Kristoff, ikzelf zat iets te ver en kwam uit op een 11e plek.

’s Middags reden we nog een ploegentijdrit. In de ochtendrit waren we Ruben Zepuntke al uit zien vallen en in de tijdrit zelf werd Marco Minnaard al snel gelost. Toch zaten we bij het tussenpunt maar enkele seconden achter Belkin. Daarna kwamen we al snel met 4 te zitten, waarbij vooral Nick van der Lijke en ik zorgden voor de lange kopbeurten. Het verschil met een complete ploeg van 8 betaalde zich uit en uiteindelijk verloren we nog zo’n 50 seconden en eindigen we 5e.

De slotetappe werd weer gecontroleerd door Katusha. In de finale reed Angelo Tulik van Europcar weg en die bleef nog net voorop. Ikzelf kon mij goed van voren houden en eindigen uiteindelijk als 6e, vlak achter grote sprinters als Aleksander Kristoff en Thor Hushovd. In het eindklassement werd ik 8e.

 

Na Noorwegen werd ik flink verkouden (waarschijnlijk opgelopen in die eerste etappe) wat te merken was in de Tour de l’Avenir. In de proloog ging het nog goed en werd ik nog 18e, ondanks een regenbui tijdens mijn rit en een bijna val in de laatste bocht.

In de 1e etappe werd het een massasprint, ondanks een lastig klimmetje in de finale. Op dat klimmetje moest ik net niet lossen en als een van de laatsten van het peloton eindigde ik op plek 64.

Ook etappe 2 eindigde in een massasprint, ik kon mij redelijk goed van voren houden, maar zat net iets te ver bij het ingaan van de sprint, een 7e plek was het maximaal haalbare..

Etappe 3 zou de laatste rit worden voordat we echt de bergen ingingen, uiteindelijk zouden er 2 man nipt wegblijven en zou er gesprint worden om plek 3. In die sprint zat ik samen met ploegmaat Nick van der Lijke ideaal gepositioneerd totdat er een Rus kwam duwen en trekken. Ik besloot om heb naar achter te duwen, maar hierdoor kwam hij ten val met een massale valpartij als gevolg. Ook Nick lag hier helaas bij. Voor mij liep het enkel qua materiaal niet goed af, doordat mijn frame en enkele spaken braken en mijn derailleur afbrak kon ik niet meer meesprinten en eindigde ik als 100e.

Rit 4 was die van de Madeleine en de Grand Cucheron. Op die Cucheron kwam ik al in de problemen en ik kon niet anders dan in een achterliggend pelotonnetje eindigen (als 91e op 18:34)

De volgende rit was over slechts 70 km en de enige relatief makkelijke rit, met enkel een klimmetje van 2e en één van 3e categorie. Al snel reden we met 9 man weg en ik voelde mij op het eerste klimmetje al een stuk beter als de dag ervoor. Ondertussen reed er een achtervolgende groep weg met enkele klassementsmannen, die uiteindelijk op de laatste klim bij ons aansloten. De beste klimmers kon ik weer niet volgen, maar wel handhaafde ik mij in de achtervolgende groep. Uiteindelijk sprintten we voor plek 4, ik ging iets te vroeg aan en werd uiteindelijk 6e.

De laatste 2 dagen waren vooral een kwestie van overleven, op de lange klimmen lag het tempo duidelijk te hoog en kon ik niet anders dan in achterliggende groepen naar de streep rijden.

Ik eindigde deze Tour de l’Avenir op de 71e plek op bijna 40 minuten van de winnaar Ruben Fernandez.

 

Een tegenvallend resultaat die hopelijk te wijten valt aan de opgelopen verkoudheid, we komen er snel achter. Zondag is de Kernenomloop in Echt-Susteren